13 mei 2000 zou er zich een ramp voordoen die niemand voor ogen had, de vuurwerkramp in Enschede. Deze ramp veroorzaakte een ongekende verwoesting die niemand had kunnen verwachten. In totaal zouden er 23 mensen omkomen, raakten 950 mensen gewond en werden 200 woningen verwoest. Een ongekende tragedie voor Enschede en Nederland in het geheel.

In de uren, dagen, maanden en zelfs jaren die volgende werd er steeds meer duidelijk over de vuurwerkramp en hoe deze zich had kunnen voordoen. In dit artikel van Juristenblog.nl zetten we een tijdlijn uit en bespreken we de gevolgen van de vuurwerkramp.

S.E. Fireworks en strenge eisen pyrotechniek

Een vuurwerkramp van deze schaal gebeurt niet zomaar. Hiervoor moet een keten aan gebeurtenissen mis gaan. Om dit te kunnen reconstrueren moet er naar het begin gekeken worden. Specifiek naar het bedrijf waar het allemaal begon S.E. Fireworks, met als directeur de heer Rudi Bakker. Zoals de naam al doet vermoeden was S.E. Fireworks een importeur en verkoper van vuurwerk. Dergelijke handelaren van pyrotechnische (pyro: Latijns voor vuur) producten dienen aan strikte eisen te voldoen, waaronder het Vuurwerkbesluit en de Europese Pyro-richtlijn. Wanneer een vuurwerkhandelaar niet aan deze eisen voldoet kan dit tot hoge boetes, sluiting van de zaak en zelfs strafrechtelijke vervolging leiden.

De hierboven getoonde richtlijnen zijn jonger dan de vuurwerkramp in Enschede, dit jaar 25 jaar geleden. Toch waren er ook in het jaar 2000 strenge eisen voor het opslaan van vuurwerk. Hoe het toch zo fout heeft kunnen gaan, zetten we hier verder uiteenzetten met een tijdlijn.

Vuurwerkramp in Enschede een tijdlijn

Ondanks de strenge eisen ging het toch mis op die fatale zaterdag 13 mei 2000. Wat begon als een gewone dag in de Enschedese wijk Roombeek, zal uitmonden in de grootste vuurwerk gerelateerde ramp die Nederland ooit heeft gezien.

Stille zaterdag

Zaterdag 13 mei 2000 begon als een gewone dag in Roombeek. Rond 14:45 uur werd brand gemeld bij S.E. Fireworks. Meerdere omwonenden hoorden knallen en zagen rook. Sommigen filmden de beginnende brand. Rond 15:08 uur arriveerden de eerste brandweervoertuigen. De situatie leek op dat moment nog beheersbaar. Er werd een eerste bluspoging gedaan.

Wat veel hulpverleners toen nog niet wisten, was dat op het terrein 177 ton vuurwerk lag opgeslagen, veel meer dan vergund, en deels geclassificeerd als zwaar professioneel vuurwerk. Rond 15:30 uur vonden de eerste explosies plaats. Deze werden voorafgegaan door knallen en kleine vuurballen.

Allesverwoestende explosie

Om exact 15:35 uur volgde een allesverwoestende explosie. De klap was tot in Hengelo te horen. Een schokgolf trok door de wijk, waarbij gebouwen instortten, auto’s wegvlogen en ramen tot ver in de omgeving sprongen. Er ontstond een metershoge vuurbal.

In enkele minuten veranderde Roombeek in een rampgebied. De explosies verwoestten circa 200 woningen en beschadigden nog vele andere gebouwen. In totaal zouden 23 mensen omkomen, onder wie vier brandweermensen. Meer dan 900 mensen raakten gewond.

Geboden hulp

Meer dan 10.000 mensen moesten worden geëvacueerd. Hulpdiensten uit het hele land werden ingezet. Duitse ambulances reden over de grens om gewonden af te voeren. Rond 16:15 uur werd het rampenplan officieel geactiveerd. De brandweer coördineerde de inzet, maar moest uiterst voorzichtig opereren door instortingsgevaar en vervolgexplosies.

Burgers boden spontaan hulp. Sommige inwoners hielpen bij het evacueren van ouderen en kinderen. Kerken en scholen stelden gebouwen open voor opvang. De paniek was groot; veel mensen wisten niet wie nog leefde of wat er precies was gebeurd. De stad was in shock.

Het Nationaal Rampenfonds opende kort daarna gironummer 777. Binnen enkele dagen werd meer dan 45 miljoen gulden ingezameld. Foto’s van de vuurzee, de ingestorte woningen en de wanhoop gingen het hele land door.

Nasleep en eerste onderzoek

De dagen na de ramp stonden in het teken van verwarring, verdriet en opruiming. De stad Enschede rouwde. Op maandag 15 mei vond een indrukwekkende stille tocht plaats, waar meer dan 100.000 mensen aan deelnamen. Premier Kok, kroonprins Willem-Alexander en veel andere hoogwaardigheidsbekleders liepen mee. Slachtoffers werden herdacht, en steunbetuigingen stroomden binnen. De landelijke en lokale overheid stonden onder druk.

Puinruimen begon direct, maar moest zorgvuldig gebeuren vanwege mogelijk achtergebleven vuurwerk. Ondertussen werkte de politie samen met het Openbaar Ministerie aan een strafrechtelijk onderzoek. Al snel bleek dat S.E. Fireworks veel meer vuurwerk opsloeg dan toegestaan, en dat sommige partijen buiten de vergunning vielen. Bovendien bleek dat inspecties jarenlang slordig waren uitgevoerd.

Arrestaties en vervolgingen

De directeuren van het bedrijf, Rudi Bakker en Willem Pater, werden kort na de ramp gearresteerd. Zij werden verdacht van het in gevaar brengen van mensenlevens door onzorgvuldige opslag en misleiding van de overheid over hoeveelheden en classificaties van vuurwerk.

De regering besloot om de Commissie-Oosting in te stellen. Deze onafhankelijke commissie moest onderzoeken hoe het mogelijk was dat een vuurwerkbedrijf midden in een woonwijk zo’n grote ramp kon veroorzaken. In februari 2001 concludeerde de commissie dat zowel de gemeente Enschede als de overheid had gefaald in toezicht, handhaving en risicobeoordeling. Toch besloot het OM in 2001 geen strafrechtelijke vervolging in te stellen tegen ambtenaren of gemeentelijke instanties.

In mei 2002 sprak de rechter de directeuren schuldig aan het overtreden van milieu- en veiligheidsregels. Beiden kregen gevangenisstraffen. De vermeende brandstichter, André de V., werd uiteindelijk veroordeeld tot 15 jaar cel, maar werd 2 jaar later vrijgesproken vanwege onvoldoende bewijs.

Gebeurtenissen verkort weergegeven

Jaar Belangrijke gebeurtenissen
2000 Op 13 mei brak brand uit bij S.E. Fireworks, gevolgd door een explosie met 23 doden, circa 900 gewonden en bijna 400 vernietigde woningen. Ruim 10.000 mensen werden geëvacueerd en het Nationaal Rampenfonds verzamelde miljoenen aan donaties.
2001 De Commissie-Oosting rapporteerde ernstige tekortkomingen in toezicht en vergunningverlening. Het Openbaar Ministerie besloot geen vervolging tegen ambtenaren of de gemeente.
2002 Directeurs Bakker en Pater werden veroordeeld wegens overtredingen van veiligheidsregels, en de vermeende brandstichter kreeg 15 jaar cel.
2003 Juridische procedures en maatschappelijke discussies namen toe, met herzieningsverzoeken en publieke debatten over aansprakelijkheid en toezicht.
2005 De Hoge Raad oordeelde dat de Staat en gemeente niet aansprakelijk waren voor individuele letselschade, wat leidde tot onbegrip bij slachtoffers.

Herdenking en wederopbouw van Roombeek

Na de vuurwerkramp in Enschede begon de wederopbouw van de zwaar getroffen wijk Roombeek al vrij snel. De stad wilde niet alleen huizen herbouwen, maar ook betekenis geven aan het verlies. De nieuwe wijk werd ontworpen met veel aandacht voor architectuur, kunst en collectieve herinnering. Herdenkingsplekken, zoals het monument op de plek van de explosie, houden de ramp levend in het publieke bewustzijn.

Elk jaar op 13 mei vindt een herdenking plaats. Dit jaar vond de 25e herdenking plaats. Nabestaanden, overlevenden, hulpverleners en bewoners komen samen om te herdenken. De ceremonie omvat een toespraak, muziek, een minuut stilte en bloemenlegging. Voor velen is het een belangrijk moment om stil te staan bij wat verloren ging, en bij wat nooit vergeten mag worden.

Toch bleef de herdenking niet losstaan van kritiek. Voor veel nabestaanden voelde de overheid lange tijd afwezig of afstandelijk. Het ontbreken van volledige verantwoording na de ramp legde een schaduw over het herstelproces.

Juridische strijd – verontwaardiging over rol overheid

Verschillende slachtoffers stapten naar de rechter. Zij stelden dat de gemeente Enschede ernstig had gefaald in toezicht op S.E. Fireworks. De opslag zou te groot zijn geweest, de vergunningen gebrekkig. Ook werd gewaarschuwd voor risico’s in de woonwijk, maar daar was volgens hen onvoldoende mee gedaan.

De civiele rechtsgang liep uit op teleurstelling. In 2005 oordeelde de Hoge Raad dat de gemeente en de Staat niet aansprakelijk waren voor persoonlijke schade. De fouten in toezicht en vergunningverlening vormden volgens de rechter geen juridische grond voor schadevergoeding. Tot op de dag van vandaag heerst over deze uitspraak zowel verbazing als verontwaardiging.

Pogingen tot openbaarheid en transparantie

Na de rechtszaken volgden pogingen om met Wob-verzoeken meer informatie boven tafel te krijgen. Journalisten, onderzoekers en burgers vroegen om interne documenten over vergunningen, inspecties en communicatie vóór de ramp. Veel van deze documenten bleven geheim of kwamen zwaar gecensureerd naar buiten.

In 2019 oordeelde de Raad van State dat de weigering van de overheid om bepaalde stukken openbaar te maken, wettelijk gegrond was. Toch leidde die uitspraak tot onbegrip. Slachtoffers en journalisten bleven zich afvragen wat de overheid te verbergen had. In 2024 heeft de Raad van State echter geoordeeld dat er alsnog geheime documenten vrijgegeven moesten worden en werd hiermee het Ministerie van Justitie en Veiligheid op de vingers getikt.

Vuurwerkramp Enschede, een doofpotaffaire?

Ruim twintig jaar na de vuurwerkramp blijven veel vragen onbeantwoord. Eén van de meest gevoelige kwesties betreft de vermeende doofpot rondom informatie over de ramp. Onderzoeker en voormalig Europarlementariër Paul van Buitenen stelde dat overheidsinstanties cruciale documenten over vergunningen, risicoanalyses en inspectieverslagen bewust achterhielden. Volgens hem ging het niet om incidenten, maar om structurele informatieverdoezeling.

Conclusies en verder onderzoek

Van Buitenen concludeerde dat verschillende rapporten over risico-inschattingen vóór de ramp zijn achtergehouden. Diverse documenten kwamen pas jaren later naar buiten, vaak zwaar gecensureerd. Wob-verzoeken werden deels afgewezen of vertraagd behandeld. Hierdoor kregen nabestaanden en journalisten een fragmentarisch beeld van wat er precies bekend was bij de gemeente en het rijk.

Journalisten en onderzoekers toonden aan dat de gemeente Enschede in de jaren ’90 herhaaldelijk was gewezen op de risico’s van grootschalige vuurwerkopslag in een woonwijk. Toch werden deze waarschuwingen onvoldoende serieus genomen. Interne memo’s, inspectieverslagen en adviezen van deskundigen werden pas veel later of helemaal niet vrijgegeven. Dat voedde de verdenking dat men bewust informatie onder de pet hield.

In de juridische nasleep van de ramp bleef deze frustratie groeien. Advocaten van nabestaanden stelden dat sprake was van “bestuurlijke sabotage” en “institutioneel geheugenverlies.” Zij voerden aan dat de overheid vooral haar eigen juridische positie beschermde, ten koste van openheid richting slachtoffers. Ondanks herhaalde verzoeken en Kamervragen bleef volledige openbaarheid uit.

De discussie over de vermeende doofpot overstijgt intussen de ramp zelf. Het raakt aan het bredere vertrouwen in de overheid, transparantie en de rechtsstaat. Slachtoffers willen erkenning én uitleg over wat misging in de besluitvorming vóór de ramp. Tot op heden blijft volledige openheid uit, wat het rouwproces voor velen blijft verstoren.

Rudi Bakker blijft vechten voor eerherstel

Rudi Bakker probeert al jaren zijn naam te zuiveren in het kader van zijn betrokkenheid bij de vuurwerkramp in Enschede Sinds zijn veroordeling in 2002 voor zijn rol in de vuurwerkramp blijft hij juridische stappen zetten. Hij stelt dat hij ten onrechte verantwoordelijk werd gehouden en dat fouten van overheid en toezichthouders buiten beeld bleven. In interviews geeft hij aan dat het publieke stigma zijn leven tekent.

Bakker stelt dat de ramp niet is veroorzaakt door zijn handelen, maar door systemisch falen bij toezicht, regelgeving en communicatie. In diverse media heeft hij benadrukt dat hij niet op de hoogte was van de gevaren van de opgeslagen vuurwerktypes. Uit documenten, verkregen via Wob-verzoeken, blijkt dat ook overheidsinstanties discussie voerden over de classificatie van het opgeslagen vuurwerk. Toch werd deze twijfel nooit met hem gedeeld. Volgens Bakker maakte dat eerlijk handelen onmogelijk. Hij heeft het gevoel dat hij slachtoffer is van selectieve vervolging. Zijn juridische strijd richt zich daarom niet alleen op eerherstel, maar ook op het rechtzetten van een onvolledig beeld.

In 2025 deed hij opnieuw aangifte, ditmaal tegen een UT-hoogleraar en drie onderzoekers. Hun rapport, Leren van twee vuurwerkrampen, bevat volgens Bakker feitelijke onjuistheden en werd zonder hoor en wederhoor gepubliceerd. De universiteit wees zijn klacht af, maar Bakker laat het er niet bij. Ook presenteerde hij nieuw bewijs dat via Wob-procedures is verkregen. Uit overheidsdocumenten blijkt dat de classificatie van het opgeslagen vuurwerk al jaren eerder onderwerp van discussie was, maar dat dit nooit aan hem is gemeld. Hij voelt zich misleid door instanties die zelf steken lieten vallen.

Vermeende gronddeal

Bakker stelt dat kort vóór de ramp een geheime deal werd gesloten over de grond onder het vuurwerkbedrijf S.E. Fireworks. Op 12 mei 2000, één dag voor de ramp, deed de gemeente Enschede een bod van ongeveer 1,5 miljoen gulden op de grond. De voorwaarden: de grond moest vrij van huur worden opgeleverd. Bakker betoogt dat dit bod werd gedaan terwijl duidelijk was dat geen juridische basis bestond om de huur op te zeggen. Hij beweert dat hij daar niets van af wist, terwijl hij op dat moment nog huurder was van het terrein. Volgens hem creëerde de deal een situatie waarin één partij financieel zou profiteren zodra S.E. Fireworks zou verdwijnen. Dergelijke transacties bleven volgens hem vermoedelijk buiten het officiële onderzoek rondom de ramp.

De verhoogde uitkoopprijs van 535.000 gulden extra werd volgens documenten van Bakker afgesproken op de voorwaarde dat de grondeigenaar Smallenbroek kon afzien van huurders. In latere verklaringen stelde de gemeente andere bedragen, en bagatelliseerde ze de timing van het bod. Volgens Bakker is dat een bewuste verdichting van feiten na de ramp. Volgens documenten die Bakker via Wob/Woo-procedures ontving, was men zich bewust van het feit dat de huurovereenkomst niet ontbonden kon worden. De gemeente en betrokken partijen zouden dus hebben gespeculeerd op de verdwijnen van huurders als voorwaarde voor de aankoop. Dat roept ethische vragen op over motieven die tijdens het onderzoek zijn verzwegen.

In zijn formele aansprakelijkheidsstelling wees Bakker de gemeente en raadsleden aan als mede-verantwoordelijk voor het ontstaan van de ramp. Hij verzoekt hen binnen dertig dagen te verklaren of zij hun verantwoordelijkheid erkennen.

Vuurwerkramp in Enschede: Na 25 jaar nog geen volledige afsluiting

De vuurwerkramp in Enschede heeft zijn sporen nagelaten. Niet alleen in Enschede maar door heel Nederland. Beelden van de ramp zitten in slachtoffers, nabestaanden en betrokken in het geheugen gegrift. Velen zullen nog altijd problemen ervaren, zowel fysiek als mentaal. Het vertrouwen in de overheid heeft een flinke deuk opgelopen door de afhandeling, welke elementen bevat van het achterhouden van informatie. Na 25 jaar zal er voor meerdere personen nog steeds geen volledige afsluiting zijn. Mogelijk komt volledige openbaring nog, dit zal echter enkel de tijd kunnen leren.

Geschreven door
Cedrick Verleg, LL.B.
Jurist bij XY Legal Solutions

13 mei 2000 zou er zich een ramp voordoen die niemand voor ogen had, de vuurwerkramp in Enschede. Deze ramp veroorzaakte een ongekende verwoesting die niemand had kunnen verwachten. In totaal zouden er 23 mensen omkomen, raakten 950 mensen gewond en werden 200 woningen verwoest. Een ongekende tragedie voor Enschede en Nederland in het geheel.

In de uren, dagen, maanden en zelfs jaren die volgende werd er steeds meer duidelijk over de vuurwerkramp en hoe deze zich had kunnen voordoen. In dit artikel van Juristenblog.nl zetten we een tijdlijn uit en bespreken we de gevolgen van de vuurwerkramp.

S.E. Fireworks en strenge eisen pyrotechniek

Een vuurwerkramp van deze schaal gebeurt niet zomaar. Hiervoor moet een keten aan gebeurtenissen mis gaan. Om dit te kunnen reconstrueren moet er naar het begin gekeken worden. Specifiek naar het bedrijf waar het allemaal begon S.E. Fireworks, met als directeur de heer Rudi Bakker. Zoals de naam al doet vermoeden was S.E. Fireworks een importeur en verkoper van vuurwerk. Dergelijke handelaren van pyrotechnische (pyro: Latijns voor vuur) producten dienen aan strikte eisen te voldoen, waaronder het Vuurwerkbesluit en de Europese Pyro-richtlijn. Wanneer een vuurwerkhandelaar niet aan deze eisen voldoet kan dit tot hoge boetes, sluiting van de zaak en zelfs strafrechtelijke vervolging leiden.

De hierboven getoonde richtlijnen zijn jonger dan de vuurwerkramp in Enschede, dit jaar 25 jaar geleden. Toch waren er ook in het jaar 2000 strenge eisen voor het opslaan van vuurwerk. Hoe het toch zo fout heeft kunnen gaan, zetten we hier verder uiteenzetten met een tijdlijn.

Vuurwerkramp in Enschede een tijdlijn

Ondanks de strenge eisen ging het toch mis op die fatale zaterdag 13 mei 2000. Wat begon als een gewone dag in de Enschedese wijk Roombeek, zal uitmonden in de grootste vuurwerk gerelateerde ramp die Nederland ooit heeft gezien.

Stille zaterdag

Zaterdag 13 mei 2000 begon als een gewone dag in Roombeek. Rond 14:45 uur werd brand gemeld bij S.E. Fireworks. Meerdere omwonenden hoorden knallen en zagen rook. Sommigen filmden de beginnende brand. Rond 15:08 uur arriveerden de eerste brandweervoertuigen. De situatie leek op dat moment nog beheersbaar. Er werd een eerste bluspoging gedaan.

Wat veel hulpverleners toen nog niet wisten, was dat op het terrein 177 ton vuurwerk lag opgeslagen, veel meer dan vergund, en deels geclassificeerd als zwaar professioneel vuurwerk. Rond 15:30 uur vonden de eerste explosies plaats. Deze werden voorafgegaan door knallen en kleine vuurballen.

Allesverwoestende explosie

Om exact 15:35 uur volgde een allesverwoestende explosie. De klap was tot in Hengelo te horen. Een schokgolf trok door de wijk, waarbij gebouwen instortten, auto’s wegvlogen en ramen tot ver in de omgeving sprongen. Er ontstond een metershoge vuurbal.

In enkele minuten veranderde Roombeek in een rampgebied. De explosies verwoestten circa 200 woningen en beschadigden nog vele andere gebouwen. In totaal zouden 23 mensen omkomen, onder wie vier brandweermensen. Meer dan 900 mensen raakten gewond.

Geboden hulp

Meer dan 10.000 mensen moesten worden geëvacueerd. Hulpdiensten uit het hele land werden ingezet. Duitse ambulances reden over de grens om gewonden af te voeren. Rond 16:15 uur werd het rampenplan officieel geactiveerd. De brandweer coördineerde de inzet, maar moest uiterst voorzichtig opereren door instortingsgevaar en vervolgexplosies.

Burgers boden spontaan hulp. Sommige inwoners hielpen bij het evacueren van ouderen en kinderen. Kerken en scholen stelden gebouwen open voor opvang. De paniek was groot; veel mensen wisten niet wie nog leefde of wat er precies was gebeurd. De stad was in shock.

Het Nationaal Rampenfonds opende kort daarna gironummer 777. Binnen enkele dagen werd meer dan 45 miljoen gulden ingezameld. Foto’s van de vuurzee, de ingestorte woningen en de wanhoop gingen het hele land door.

Nasleep en eerste onderzoek

De dagen na de ramp stonden in het teken van verwarring, verdriet en opruiming. De stad Enschede rouwde. Op maandag 15 mei vond een indrukwekkende stille tocht plaats, waar meer dan 100.000 mensen aan deelnamen. Premier Kok, kroonprins Willem-Alexander en veel andere hoogwaardigheidsbekleders liepen mee. Slachtoffers werden herdacht, en steunbetuigingen stroomden binnen. De landelijke en lokale overheid stonden onder druk.

Puinruimen begon direct, maar moest zorgvuldig gebeuren vanwege mogelijk achtergebleven vuurwerk. Ondertussen werkte de politie samen met het Openbaar Ministerie aan een strafrechtelijk onderzoek. Al snel bleek dat S.E. Fireworks veel meer vuurwerk opsloeg dan toegestaan, en dat sommige partijen buiten de vergunning vielen. Bovendien bleek dat inspecties jarenlang slordig waren uitgevoerd.

Arrestaties en vervolgingen

De directeuren van het bedrijf, Rudi Bakker en Willem Pater, werden kort na de ramp gearresteerd. Zij werden verdacht van het in gevaar brengen van mensenlevens door onzorgvuldige opslag en misleiding van de overheid over hoeveelheden en classificaties van vuurwerk.

De regering besloot om de Commissie-Oosting in te stellen. Deze onafhankelijke commissie moest onderzoeken hoe het mogelijk was dat een vuurwerkbedrijf midden in een woonwijk zo’n grote ramp kon veroorzaken. In februari 2001 concludeerde de commissie dat zowel de gemeente Enschede als de overheid had gefaald in toezicht, handhaving en risicobeoordeling. Toch besloot het OM in 2001 geen strafrechtelijke vervolging in te stellen tegen ambtenaren of gemeentelijke instanties.

In mei 2002 sprak de rechter de directeuren schuldig aan het overtreden van milieu- en veiligheidsregels. Beiden kregen gevangenisstraffen. De vermeende brandstichter, André de V., werd uiteindelijk veroordeeld tot 15 jaar cel, maar werd 2 jaar later vrijgesproken vanwege onvoldoende bewijs.

Gebeurtenissen verkort weergegeven

Jaar Belangrijke gebeurtenissen
2000 Op 13 mei brak brand uit bij S.E. Fireworks, gevolgd door een explosie met 23 doden, circa 900 gewonden en bijna 400 vernietigde woningen. Ruim 10.000 mensen werden geëvacueerd en het Nationaal Rampenfonds verzamelde miljoenen aan donaties.
2001 De Commissie-Oosting rapporteerde ernstige tekortkomingen in toezicht en vergunningverlening. Het Openbaar Ministerie besloot geen vervolging tegen ambtenaren of de gemeente.
2002 Directeurs Bakker en Pater werden veroordeeld wegens overtredingen van veiligheidsregels, en de vermeende brandstichter kreeg 15 jaar cel.
2003 Juridische procedures en maatschappelijke discussies namen toe, met herzieningsverzoeken en publieke debatten over aansprakelijkheid en toezicht.
2005 De Hoge Raad oordeelde dat de Staat en gemeente niet aansprakelijk waren voor individuele letselschade, wat leidde tot onbegrip bij slachtoffers.

Herdenking en wederopbouw van Roombeek

Na de vuurwerkramp in Enschede begon de wederopbouw van de zwaar getroffen wijk Roombeek al vrij snel. De stad wilde niet alleen huizen herbouwen, maar ook betekenis geven aan het verlies. De nieuwe wijk werd ontworpen met veel aandacht voor architectuur, kunst en collectieve herinnering. Herdenkingsplekken, zoals het monument op de plek van de explosie, houden de ramp levend in het publieke bewustzijn.

Elk jaar op 13 mei vindt een herdenking plaats. Dit jaar vond de 25e herdenking plaats. Nabestaanden, overlevenden, hulpverleners en bewoners komen samen om te herdenken. De ceremonie omvat een toespraak, muziek, een minuut stilte en bloemenlegging. Voor velen is het een belangrijk moment om stil te staan bij wat verloren ging, en bij wat nooit vergeten mag worden.

Toch bleef de herdenking niet losstaan van kritiek. Voor veel nabestaanden voelde de overheid lange tijd afwezig of afstandelijk. Het ontbreken van volledige verantwoording na de ramp legde een schaduw over het herstelproces.

Juridische strijd – verontwaardiging over rol overheid

Verschillende slachtoffers stapten naar de rechter. Zij stelden dat de gemeente Enschede ernstig had gefaald in toezicht op S.E. Fireworks. De opslag zou te groot zijn geweest, de vergunningen gebrekkig. Ook werd gewaarschuwd voor risico’s in de woonwijk, maar daar was volgens hen onvoldoende mee gedaan.

De civiele rechtsgang liep uit op teleurstelling. In 2005 oordeelde de Hoge Raad dat de gemeente en de Staat niet aansprakelijk waren voor persoonlijke schade. De fouten in toezicht en vergunningverlening vormden volgens de rechter geen juridische grond voor schadevergoeding. Tot op de dag van vandaag heerst over deze uitspraak zowel verbazing als verontwaardiging.

Pogingen tot openbaarheid en transparantie

Na de rechtszaken volgden pogingen om met Wob-verzoeken meer informatie boven tafel te krijgen. Journalisten, onderzoekers en burgers vroegen om interne documenten over vergunningen, inspecties en communicatie vóór de ramp. Veel van deze documenten bleven geheim of kwamen zwaar gecensureerd naar buiten.

In 2019 oordeelde de Raad van State dat de weigering van de overheid om bepaalde stukken openbaar te maken, wettelijk gegrond was. Toch leidde die uitspraak tot onbegrip. Slachtoffers en journalisten bleven zich afvragen wat de overheid te verbergen had. In 2024 heeft de Raad van State echter geoordeeld dat er alsnog geheime documenten vrijgegeven moesten worden en werd hiermee het Ministerie van Justitie en Veiligheid op de vingers getikt.

Vuurwerkramp Enschede, een doofpotaffaire?

Ruim twintig jaar na de vuurwerkramp blijven veel vragen onbeantwoord. Eén van de meest gevoelige kwesties betreft de vermeende doofpot rondom informatie over de ramp. Onderzoeker en voormalig Europarlementariër Paul van Buitenen stelde dat overheidsinstanties cruciale documenten over vergunningen, risicoanalyses en inspectieverslagen bewust achterhielden. Volgens hem ging het niet om incidenten, maar om structurele informatieverdoezeling.

Conclusies en verder onderzoek

Van Buitenen concludeerde dat verschillende rapporten over risico-inschattingen vóór de ramp zijn achtergehouden. Diverse documenten kwamen pas jaren later naar buiten, vaak zwaar gecensureerd. Wob-verzoeken werden deels afgewezen of vertraagd behandeld. Hierdoor kregen nabestaanden en journalisten een fragmentarisch beeld van wat er precies bekend was bij de gemeente en het rijk.

Journalisten en onderzoekers toonden aan dat de gemeente Enschede in de jaren ’90 herhaaldelijk was gewezen op de risico’s van grootschalige vuurwerkopslag in een woonwijk. Toch werden deze waarschuwingen onvoldoende serieus genomen. Interne memo’s, inspectieverslagen en adviezen van deskundigen werden pas veel later of helemaal niet vrijgegeven. Dat voedde de verdenking dat men bewust informatie onder de pet hield.

In de juridische nasleep van de ramp bleef deze frustratie groeien. Advocaten van nabestaanden stelden dat sprake was van “bestuurlijke sabotage” en “institutioneel geheugenverlies.” Zij voerden aan dat de overheid vooral haar eigen juridische positie beschermde, ten koste van openheid richting slachtoffers. Ondanks herhaalde verzoeken en Kamervragen bleef volledige openbaarheid uit.

De discussie over de vermeende doofpot overstijgt intussen de ramp zelf. Het raakt aan het bredere vertrouwen in de overheid, transparantie en de rechtsstaat. Slachtoffers willen erkenning én uitleg over wat misging in de besluitvorming vóór de ramp. Tot op heden blijft volledige openheid uit, wat het rouwproces voor velen blijft verstoren.

Rudi Bakker blijft vechten voor eerherstel

Rudi Bakker probeert al jaren zijn naam te zuiveren in het kader van zijn betrokkenheid bij de vuurwerkramp in Enschede Sinds zijn veroordeling in 2002 voor zijn rol in de vuurwerkramp blijft hij juridische stappen zetten. Hij stelt dat hij ten onrechte verantwoordelijk werd gehouden en dat fouten van overheid en toezichthouders buiten beeld bleven. In interviews geeft hij aan dat het publieke stigma zijn leven tekent.

Bakker stelt dat de ramp niet is veroorzaakt door zijn handelen, maar door systemisch falen bij toezicht, regelgeving en communicatie. In diverse media heeft hij benadrukt dat hij niet op de hoogte was van de gevaren van de opgeslagen vuurwerktypes. Uit documenten, verkregen via Wob-verzoeken, blijkt dat ook overheidsinstanties discussie voerden over de classificatie van het opgeslagen vuurwerk. Toch werd deze twijfel nooit met hem gedeeld. Volgens Bakker maakte dat eerlijk handelen onmogelijk. Hij heeft het gevoel dat hij slachtoffer is van selectieve vervolging. Zijn juridische strijd richt zich daarom niet alleen op eerherstel, maar ook op het rechtzetten van een onvolledig beeld.

In 2025 deed hij opnieuw aangifte, ditmaal tegen een UT-hoogleraar en drie onderzoekers. Hun rapport, Leren van twee vuurwerkrampen, bevat volgens Bakker feitelijke onjuistheden en werd zonder hoor en wederhoor gepubliceerd. De universiteit wees zijn klacht af, maar Bakker laat het er niet bij. Ook presenteerde hij nieuw bewijs dat via Wob-procedures is verkregen. Uit overheidsdocumenten blijkt dat de classificatie van het opgeslagen vuurwerk al jaren eerder onderwerp van discussie was, maar dat dit nooit aan hem is gemeld. Hij voelt zich misleid door instanties die zelf steken lieten vallen.

Vermeende gronddeal

Bakker stelt dat kort vóór de ramp een geheime deal werd gesloten over de grond onder het vuurwerkbedrijf S.E. Fireworks. Op 12 mei 2000, één dag voor de ramp, deed de gemeente Enschede een bod van ongeveer 1,5 miljoen gulden op de grond. De voorwaarden: de grond moest vrij van huur worden opgeleverd. Bakker betoogt dat dit bod werd gedaan terwijl duidelijk was dat geen juridische basis bestond om de huur op te zeggen. Hij beweert dat hij daar niets van af wist, terwijl hij op dat moment nog huurder was van het terrein. Volgens hem creëerde de deal een situatie waarin één partij financieel zou profiteren zodra S.E. Fireworks zou verdwijnen. Dergelijke transacties bleven volgens hem vermoedelijk buiten het officiële onderzoek rondom de ramp.

De verhoogde uitkoopprijs van 535.000 gulden extra werd volgens documenten van Bakker afgesproken op de voorwaarde dat de grondeigenaar Smallenbroek kon afzien van huurders. In latere verklaringen stelde de gemeente andere bedragen, en bagatelliseerde ze de timing van het bod. Volgens Bakker is dat een bewuste verdichting van feiten na de ramp. Volgens documenten die Bakker via Wob/Woo-procedures ontving, was men zich bewust van het feit dat de huurovereenkomst niet ontbonden kon worden. De gemeente en betrokken partijen zouden dus hebben gespeculeerd op de verdwijnen van huurders als voorwaarde voor de aankoop. Dat roept ethische vragen op over motieven die tijdens het onderzoek zijn verzwegen.

In zijn formele aansprakelijkheidsstelling wees Bakker de gemeente en raadsleden aan als mede-verantwoordelijk voor het ontstaan van de ramp. Hij verzoekt hen binnen dertig dagen te verklaren of zij hun verantwoordelijkheid erkennen.

Vuurwerkramp in Enschede: Na 25 jaar nog geen volledige afsluiting

De vuurwerkramp in Enschede heeft zijn sporen nagelaten. Niet alleen in Enschede maar door heel Nederland. Beelden van de ramp zitten in slachtoffers, nabestaanden en betrokken in het geheugen gegrift. Velen zullen nog altijd problemen ervaren, zowel fysiek als mentaal. Het vertrouwen in de overheid heeft een flinke deuk opgelopen door de afhandeling, welke elementen bevat van het achterhouden van informatie. Na 25 jaar zal er voor meerdere personen nog steeds geen volledige afsluiting zijn. Mogelijk komt volledige openbaring nog, dit zal echter enkel de tijd kunnen leren.

Geschreven door Cedrick Verleg, LL.B. - Jurist bij XY Legal Solutions

Over Juristenblog.nl

Het team van Juristenblog.nl bestaat uit ervaren juristen. Wekelijks wordt onderzoek gedaan naar interessante onderwerpen waarover geschreven kan worden. Vervolgens schrijft de jurist met de meeste kennis van het onderwerp de betreffende blog. Op deze manier blijft ons concept up-to-date en relevant.

Schrijf je in & Blijf op de hoogte

Laat hieronder je e-mailadres achter en ontvang elke maandagochtend een overzicht van de meest recente berichten die op juristenblog.nl zijn verschenen.

We spammen niet. Je kunt je op ieder moment uitschrijven.